Wat is echt?!
 

Wat is echt?!

Wat is echt?!

€30

About this course

Over:

De les “Wat is echt?!” behandelt de vraag hoe we zeker kunnen zijn van wat echt is en hoe we omgaan met de overvloed aan informatie die we tegenwoordig krijgen. De leerlingen leren dat de mens in staat is tot fantaseren en creëren en dat informatie vanuit verschillende invalshoeken komt. De les stimuleert leerlingen om kritisch te denken, meningen te geven en te luisteren naar anderen, en om na te denken over eigen informatiebronnen. Door verschillende mogelijkheden te onderzoeken, leren de leerlingen dat wat voor hen écht is, niet automatisch voor een ander hoeft te gelden.

Doelgroep:

Groep 6 t/m 8.

Burgerschap leerdoelen:

Digitaal samenleven

Bovenbouw leerlingen leren:

  • hun eigen mediagebruik te onderzoeken, zich bewust te worden van de gevolgen en van de ethische aspecten hiervan;
  • de betrouwbaarheid van digitale informatiebronnen te onderzoeken en de verschillen tussen betrouwbare en niet-betrouwbare informatiebronnen te benoemen;
  • over verschillende vormen van media(boodschappen), de toegang daartoe en hun invloed op hun eigen leefstijl en die van anderen;
  • zorg te dragen voor eigen digitale veiligheid en die van anderen.
Technologisch burgerschap

Bovenbouw leerlingen leren:

  • verschillende toepassingen van technologie in het dagelijkse leven en in de samenleving onderzoeken.
  • over de invloed van technologische ontwikkelingen op hun dagelijkse leven, het eigen gedrag en de mogelijkheden tot vrije keuzes
  • (on)gewenste invloeden en (on)bedoelde effecten van technologie in de eigen omgeving te onderzoeken en daarover in dialoog te gaan.
Denk- en handelwijzen

Bovenbouw leerlingen leren:

  • zich in een aantal verschillende communicatieve situaties zoals kringgesprek, vergadering en dialoog te houden aan regels van gespreksvoering; gericht vragen te stellen, hun mening te verwoorden en te reageren op standpunten en inzichten van anderen;
  • hoe zij in conflictsituaties in de eigen omgeving (mee) kunnen werken aan een oplossing;
  • manieren hoe ze als klas of als groep kunnen overleggen en daarbij te luisteren naar de opvattingen van allen;
  • gericht soorten vragen te stellen over vanzelfsprekendheden in de directe omgeving; eenvoudige verbanden te leggen en overeenkomsten en verschillen te duiden; in aanzet te benoemen wat de herkomst van hun overtuigingen is;
  • begrijpelijke argumenten te geven voor hun meningen of overtuiging en verbanden te leggen tussen hun eigen overtuigingen en die van anderen;
  • ethische dimensies te herkennen in concrete situaties en in leercontexten; handelingsopties te overwegen, consquenties van keuzes af te wegen en het handelen hier zo mogelijk op af te stemmen.

Aangeboden door:

Organisatie